De koning

Er was eens een machtige koning en op een ochtend werd hij wakker met een vraag in zijn hoofd die maar rond bleef cirkelen: Is er een zin, een mantra, een boodschap die werkt in elke situatie, in elke omstandigheid, op elke plaats, op elk moment, in elke vreugde, bij elk verdriet, bij elke nederlaag en bij elke overwinning? Een antwoord op alle vragen?  

In het koninkrijk woonden een aantal wijzen die hem vaak advies gaven. Hij liet hen bij zich roepen en legde hen zijn vraag voor. Hij zei daarbij: “Geef me iets dat me kan helpen als niemand van jullie beschikbaar is om me te helpen.”

De wijzen waren in de war door de vraag maar gingen ijverig aan de slag. Ze dachten en dachten, overlegden en dachten nog meer en na een lange discussie stelde een oude man iets voor. De andere wijzen stemde in; deze boodschap was het antwoord op de vraag van de Koning.  Ze schreven het op een klein papiertje en gingen naar de Koning. Plechtig betraden ze de zaal van de Koning. Voor zijn zetel hielden zij stil en de oude wijze man sprak voordat hij het papiertje aan de Koning overhandigde: “Hoogheid, er is één voorwaarde, u mag het niet bekijken uit nieuwsgierigheid, u mag het briefje alleen bekijken in extreem gevaar, als u alleen bent en er geen andere uitweg mogelijk is.” De Koning beloofde het plechtig en stopte het papiertje in zijn diamanten ring.

Niet lang na deze ontmoeting kwam het Koninkrijk in grote nood. Vijandige buren vielen het koninkrijk aan. De koning en zijn leger vochten dapper maar ze verloren helaas de strijd. De koning moest vluchten op zijn paard, maar dit ging niet ongezien. De vijanden achtervolgden hem. In volle gallop reed de Koning door de bossen de bergen in, maar de vijand kwam dichter en dichterbij. Plotseling stond de koning aan het einde van de weg. De koning staarde de diepte in… Het was een rotsachtige vallei van honderden meters diep. Wat moest hij doen? Als hij zou springen, zou hij het niet overleven. Terug kon hij niet, de weg was te smal om te draaien en het geluid van de vijandelijke paarden kwam snel dichterbij. De koning werd rusteloos. Er leek geen uitweg, toen hij plotseling het glinsteren van het zonlicht in zijn diamanten ring zag. In een flits herinnerde hij zich het papiertje dat erin verstopt zat. Dit was het moment, hij opende zijn ring en las de boodschap. Er stond geschreven: Ook dit zal voorbij gaan. De koning las het… en las het nog eens. En opeens besefte hij: “Ja, dit is waar! Ook dit zal voorbij gaan. Slechts een paar dagen geleden genoot ik van mijn koninkrijk. Ik was de machtigste koning van allen. Vandaag is mijn koninkrijk met al zijn behagen weg. Ik sta hier in een poging te ontsnappen aan mijn vijanden. Net zoals de dagen van luxe nu weg zijn, zal ook deze dag van gevaar voorbij gaan.”

Zijn gezicht werd kalm en hij bleef staan waar hij was. Hij keek om zich heen. Hij keek de vallei in, hij zag een beekje stromen en overal bloeiden bomen en bloemen. Het rook zoet en fris. Deze plek was vol van natuurlijk schoon. Hij had nooit geweten dat zo’n mooie plek ook onderdeel van zijn rijk was!

De openbaring van de boodschap had een groot effect op hem. Hij ontspande, hij nam de schoonheid van de wereld in zich op en vergat dat hij achtervolgd werd. En na een paar minuten realiseerde hij zich dat het lawaai van de aanstormende vijandige paarden aan het afnemen was. Schijnbaar waren zij een ander gedeelte van de bergen ingegaan en reden ze steeds verder van hem vandaan!

De koning was een dapper man. Het lukte hem zijn leger te herstellen en hij vocht terug. Hij versloeg de vijand en won zijn rijk terug. Toen hij na de overwinning terugkeerde naar zijn koninkrijk, werd hij met een fanfare onthaald. De hele hoofdstad was uitgelopen en vierde de overwinning. Iedereen was in een feeststemming en bloemen regende op hem neer vanaf elke hoek en elk huis. Mensen dansten en zongen op straat en juichten de koning toe.

Op dat moment zei de koning tegen zichzelf: “Ik ben één van de dapperste en grootste koningen ooit. Het is niet makkelijk om mij te verslaan”. Hij genoot van de aandacht, hij voelde zich groot en machtig en zijn ego groeide met de minuut.

Plotseling flitste de diamant van zijn ring in het zonlicht. Het herinnerde hem aan de boodschap. Hij opende zijn ring en las de boodschap opnieuw: Ook dit zal voorbij gaan. Hij werd stil… Zijn gezicht veranderde totaal: Van zelfingenome egoïsme naar een staat van opperste nederigheid. De koning kwam tot het inzicht: “Als ook dit voorbij zal gaan, is het niet van mij. Het verlies was niet van mij. De overwinning is ook niet van mij. Ik ben slechts de toeschouwer aan wie alles voorbij trekt. Wij mensen zijn getuigen, waarnemers. Het leven komt en gaat. Vreugde komt en gaat. Verdriet komt en gaat. En ook dit zal voorbij gaan.”